Vaak werk je als decorbouwer voor het theater, maar dat hoeft niet. Je kan ook decors maken voor festivals, pretparken of voor in gebouwen. Bijvoorbeeld een museum of een bedrijfsgebouw. Je maakt van alles: van balies, kassa’s en fotoborden tot achtergronden en losse versiering zoals zuilen (een soort palen), fotoborden of opblaasitems.
Wat je precies doet, hangt af van waar je werkt. Je werkt in elk geval veel met je handen. Veel werk is timmer- en schilderwerk. Maar je komt allerlei verschillende materialen tegen. Bijvoorbeeld ook piepschuim, nep-mos of hele badkuipen. Meestal werk je in een team, want een decor maken is veel werk. Je krijgt taken van je leidinggevende.
Soms moet je hard werken om je werk op tijd af te krijgen. Je vindt het niet erg om daarvoor af en toe lange dagen te maken.