Je werkt in gebouwen waarin mensen werken. Dat heet ‘utiliteitsbouw’. Bijvoorbeeld fabrieken, ziekenhuizen of kantoren. Daar zit veel techniek in! Verwarming, licht, internetkabels, brandmelders, stroom en beveiligingssystemen. Jij begrijpt hoe dat allemaal werkt!
Je plaatst nieuwe installaties zelf, soms met collega’s. Je hangt bijvoorbeeld schakelaars, lichten of camera’s op. Je werkt volgens een tekening. Je maakt bijvoorbeeld kabelgoten in muren en plafonds, of boort gaten als dat nodig is. Daarna trek je de kabels erdoor. En je sluit ze aan.
Als alles is aangesloten, check je of het werkt. Als er iets kapot is, kan jij het maken.
Overigens kun je als elektromonteur ook in de buitenlucht aan de slag. Je werkt bijvoorbeeld aan elektriciteitshuisjes.