Je werkt in een fabriek. Jij zorgt dat de machines goed werken. Je bedient de knoppen en checkt of de machines doen wat ze moeten doen. En of de producten van goede kwaliteit zijn. Als er storingen zijn, kun jij deze verhelpen. En je kunt machines anders afstellen of ‘ombouwen’, zodat ze bijvoorbeeld andere producten kunnen verwerken. Elke dag maak je de machines schoon. Soms heb je de leiding over andere operators. Je vertelt dan wat ze moeten doen en helpt bij vragen of problemen. Bovendien houd je in de gaten of alles volgens planning verloopt.