Meestal werk je op straat of in een winkelcentrum. Met collega’s rijd je in een busje naar de locatie. Jullie halen alle spullen uit de bus en bouwen alles op. Jullie zetten bijvoorbeeld een tentje op en stallen alle producten uit. Vervolgens deel je de producten uit aan mensen die langslopen. Denk aan nieuwe drankjes of nieuwe snoepjes. Je vertelt de mensen kort wat het is en beantwoordt vragen.
Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat je met producten op de markt of een beurs staat. Je laat dan zien hoe ze werken. Denk aan een nieuw soort keukenmachine of een nieuw schoonmaakmiddel. Of je laat bijvoorbeeld nieuwe sausjes proeven.