Je maakt apps en andere computerprogramma’s. Meestal werk je bij een groot bedrijf dat applicaties gebruikt: bijvoorbeeld een vervoersbedrijf of een bank. Maar er zijn ook veel bedrijven die applicaties bouwen voor verschillende klanten. Ook daar kan je aan de slag.
Je werkt in een team. Eerst bespreek je met de opdrachtgever en je projectteam wat je gaat maken. Je bekijkt welke functie de applicatie moet hebben, en hoe de applicatie eruit moet zien. Vervolgens maak jij, of maakt je leidinggevende, een planning. Daarna ga je programmeren. Eerst komt er een technisch ontwerp. Dat wordt getest, en aangepast. Daar gaat veel tijd in zitten!
Daarna komt het installeren en het wegwijs maken van de gebruikers. Je zorgt ook dat de applicatie goed blijft werken.