Eerst maak je de beschadigde plek schoon. En je schuurt de plek. Als er een deuk is, werk je die weg. Dan breng je de grondlaag aan. Dat is de basis voor de lak die je erop gaat spuiten. Je mengt zelf de lak in precies de goede kleur. Daarna ga je spuiten! Niet te dun, en niet te dik: dan gaat de verf druipen.
Je let goed op dat je alleen spuit waar het beschadigd is. De rest van de auto dek je af met plastic. Als je klaar bent, check je je werk. Als er iets niet mooi is, dan werk je dat bij.
Bij sommige opdrachten werk je met bijzondere laksoorten, zoals metallic of matte lak.