Je begint elke dag erg vroeg, zo rond 4 uur. Je pakt alle ingrediënten zoals meel, water, gist en zout. Je mengt alle ingrediënten en maakt er een mooi deeg van. Dit deeg laat je rijzen (groeien) in een rijskast. Dan kneed je het in de goede vorm en zet het in de oven. Als het brood klaar is, haal je het uit de oven en controleer je of het er mooi uitziet en goed smaakt. Je pakt de broden in en legt ze in de winkel.
Naast het bakken, heb je ook nog wat andere taken: ingrediënten bestellen, de bakkerij schoonhouden en nieuwe soorten brood bedenken. Soms sta je zelf ook in de winkel om de broden en gebakjes te verkopen. En als je een eigen bakkerij hebt, plan je de medewerkers in en stuur je ze aan.