Meestal werk je bij een garage. Je haalt met gereedschap oude of kapotte banden van auto’s, busjes en vrachtwagens af. Of motors bijvoorbeeld. Dan krik je de auto omhoog en zet je er nieuwe banden onder. Die zet je natuurlijk goed vast met gereedschap. Ook controleer je de bandenspanning en plaats je velgen op de banden. Je geeft klanten soms advies. En het kan zijn dat je soms met een bandenbus naar iemand toe rijdt die met bandenpech langs de weg staat.
Let op: meestal ben je niet het hele jaar door bandenmonteur. Als mensen van zomerbanden naar winterbanden gaan en andersom is het druk, daarna is het rustiger. Daarom doe je vaak ook ander garagewerk, zoals schokdempers vervangen, magazijnwerk en schoonmaakwerkzaamheden.