Je werkt met automatische machines. Dat zijn machines die niet door mensen, maar door computers worden bestuurd. Het zijn dus een soort robots! Jij zorgt dat die zo goed mogelijk werken. Dat doe je door de computerprogramma’s op de goede manier in te stellen. Zo stem je de machines op elkaar af, en los je storingen op. Veel van je werk is dus met computers.
Jij weet het beste hoe de machines werken. Jij schrijft dus ook aanwijzingen voor de mensen die met de machines werken. En voor de monteurs. Als er vragen en problemen zijn, ben jij de expert!
Je werkt bijvoorbeeld bij een fabriek, een agrarisch bedrijf of in verschillende kantoorpanden. Voorbeelden van machines zijn een automatische verwarmingsinstallatie, een lopende band in een industriële bakkerij, of een vouwmachine in een drukkerij.