Jij hebt veel contact met klanten. Bijvoorbeeld in een winkel, of je belt mensen op vanuit een kantoor. Je probeert hen iets te laten kopen. Zoals een nieuwe bril in een brillenwinkel, of een telefoonabonnement. Je noemt de voordelen van de producten of diensten. Een dienst is bijvoorbeeld een advies of een behandeling. Je hoopt dat ze het willen kopen. Het is belangrijk dat je een goede relatie opbouwt met de klant. Je doet álles voor de klant, want jij weet: de klant is koning!
Soms heb je ook administratieve taken. Je houdt dan bijvoorbeeld de klantgegevens bij. Ook stel je soms een marketingplan op. Dit is een plan om meer te verkopen.
Jij bent goed op de hoogte van nieuwe producten en ontwikkelingen in de markt.