Je werkt bijvoorbeeld in een ziekenhuis, of je hebt een eigen praktijk. Je ontvangt mensen die hun voedingspatroon willen of moeten aanpassen. Ze hebben bijvoorbeeld last van overgewicht, ondergewicht, een hoge bloeddruk, allergieën of diabetes. Tijdens het eerste gesprek gaan jullie het doel bespreken. Wil diegene afvallen? Of wil diegene weten wat ze mag eten tijdens de zwangerschap? Vervolgens maak je een dieetplan. Hierin staat wat je cliënt kan eten, hoeveel en wanneer. Je geeft adviezen over voeding die past bij het doel van de cliënt. De cliënt zal af en toe terugkomen om de voortgang te bespreken. De vooruitgang houd je bij in een document. Soms geef je ook voorlichting op bijvoorbeeld basisscholen.
Je bent vakkundig: je weet wat voeding doet met het menselijk lichaam.