Je werkt bijvoorbeeld bij een huisartsenpraktijk of bij een polikliniek of specialistische afdeling van een ziekenhuis. Je kunt verschillende taken hebben. Zo ontvang je patiënten, stel je ze gerust en vertel je ze waar ze kunnen plaatsnemen en wanneer ze ongeveer aan de beurt zijn. Je belt ook veel met zieke mensen en hun families. Ook assisteer je bij een medisch onderzoek of bij de behandeling van patiënten. Je geeft dan bijvoorbeeld instrumenten aan en voert soms zelf kleine onderzoeken uit (zoals de bloeddruk meten, hartfilmpjes maken en geheugentestjes afnemen). Daarnaast doe je vaak ook administratief werk. Je houdt bijvoorbeeld patiëntgegevens bij in een bestand en beheert de agenda’s van de artsen.