Je maakt meestal machines die in fabrieken worden gebruikt. Het gaat dus niet zomaar om handgereedschappen zoals een hamer! Je werkt vaak aan machines die bijvoorbeeld pompen maken, auto-onderdelen of schoolmeubels. Of met gereedschap om te snijden of lassen.
Je maakt dus vaak machines die weer andere machines maken. Veel werk is het zorgen voor de machines. Je maakt ze schoon en checkt of alles nog werkt. Versleten onderdelen slijp je met een slijpmachine. Soms moet je een nieuw onderdeel plaatsen.
Die onderdelen maak je vaak zelf. Dat doe je met speciale vormen. Die heten matrijzen. Als ze uit de vorm komen, slijp je ze netjes bij. Sommige gereedschapsmakers maken ook de matrijzen zelf.
Met andere woorden, zonder jou rolt er niets van de band!