Je krijgt een opdracht van je leidinggevende. Dat is elke keer wat anders. Je maakt speciale apparaten schoon. Dat kunnen verfmachines zijn, maar ook hogedrukspuiten, lopende banden, of vliegtuigonderdelen.
Sommige machines zijn helemaal uit elkaar gehaald. Dan ontvet jij de onderdelen, en schuurt ze helemaal schoon. Het kan ook zijn dat je met een hogedrukspuit werkt, en bijvoorbeeld tanks schoon spuit. Of kleine onderdelen in een bad met reinigingsvloeistof doet. Soms is het ook gewoon boenen!
Je werkt in fabrieken, havens of werkplaatsen. Je kan werken bij een speciaal schoonmaakbedrijf: dan heb je telkens andere klanten. Of je kiest voor een fabriek, waar je in een vast team werkt.