Je plaatst vaak airco’s, maar soms ook grote klimaat-systemen. Bijvoorbeeld in een kantoor of ziekenhuis, maar soms ook in winkels of fabrieken. Je werkt dus telkens bij een andere klant.
Als je een systeem plaatst, moet je op van alles letten. Je bedenkt hoe alles gaat aansluiten. Waar boor je gaten voor de leidingen? Waar past het apparaat?
Als alle leidingen zijn aangesloten en de apparaten op hun plek staan, stel je ze in. Zo wordt het niet te koud of te warm. Sommige klimaatsystemen bestaan uit verschillende apparaten. Dan is afstellen best een klus!
Je zorgt ook dat systemen goed blijven werken. Je kijkt alles na. Als dat nodig is, vervang je een onderdeel of je vult koelvloeistof aan. Als er iets kapot is, kan jij het maken!
Ook als het druk is, houd jij je hoofd koel!