Je werkt bijvoorbeeld in een keuken van een restaurant, hotel of verpleegtehuis. Voordat de gasten komen, check je of alle ingrediënten er zijn. Je zorgt dat er genoeg pannen zijn en bereidt alvast wat gerechtjes voor. Als de gasten er zijn, geeft de bediening de bestelling aan jou door. Je bereidt het eten, maakt de borden mooi op en geeft aan de bediening door dat de gerechten klaar zijn om uit te serveren.
Aan het einde van je dienst maak je de keuken en alle apparatuur schoon. Soms denk je mee over een nieuwe menukaart. Als je een leidinggevende functie hebt, stuur je ander keukenpersoneel aan. Ook bestel je dan nieuwe voorraden.
Jij kunt goed plannen. Je wilt dat gerechten op tijd klaar zijn en nog warm zijn als ze naar de tafel worden gebracht.