Je werkt bijvoorbeeld bij een havenbedrijf, een vrachtwagenbedrijf, of een treinvervoerder. Daar wordt elke dag van alles vervoerd. Jij houdt het bij! Welke spullen jullie in voorraad hebben, en wat er vervoerd wordt. En je checkt of er nog speciale regels gelden.
Je zet de bestellingen van klanten in een computersysteem. Je regelt de papieren die volgens de regels nodig zijn, zoals douanepapieren. Vaak stuur je ook rekeningen. En je let op of de rekeningen op tijd worden betaald! Je klanten, maar ook chauffeurs en schippers kunnen jou bellen met vragen. Bijvoorbeeld als ze willen weten wanneer de spullen aankomen.
Vervoer is vaak internationaal. Je vindt het dan ook geen probleem om af en toe een vreemde taal te spreken. Engels of Duits, bijvoorbeeld. Of Chinees, als je dat kunt!