Je werkt voor de gemeente of een regionaal bureau. Je werkt een deel van de tijd op kantoor. Daar beantwoord je vragen over leerplicht. Je legt duidelijk uit waarom kinderen naar school moeten.
Als er een melding komt van een leerling die te veel afwezig is, ga je naar de school toe. Daar voer je gesprekken met leerlingen, ouders en leraren. Je zoekt uit waarom de leerling niet op school was. En je zoekt naar een oplossing. Je werkt veel samen met andere organisaties. Bijvoorbeeld Jeugdzorg. Als dat beter is, zoek je een andere school waar de leerling heen kan. Als het nodig is, geef je het gezin een boete.
Je houdt bij wat er allemaal gebeurt. Je schrijft er rapporten over en houdt je werk bij in de computer.