Je werkt in een productiehal. Meestal krijg je de delen van de machine kant-en-klaar. Soms moet je een onderdeel zelf maken of bijschaven. Daarna zet je de machine in elkaar. Dat kan van alles zijn. Landbouwmachines, lopende banden of medische apparaten, en nog veel meer! Dat hangt af van waar je werkt.
Je werkt volgens een technische tekening. Meestal werk je in een team. Als de machine af is, stel je hem in. Bijvoorbeeld de spanning van een zaag in een zaagmachine. Of de luchtdruk in een buis.
Vaak moet je de machine ook testen. Dan moet er vaak nog wat gesleuteld worden. Tot alles goed werkt! In veel fabrieken moet de machine daarna weer uit elkaar… Je brengt de machine in stukken naar de klant. Daar bouw je hem weer op!