‘Binnenvaart’ betekent scheepsvaart die niet op zee komt. Je vaart dus op rivieren, meren en kanalen. Je kunt varen op containerschepen en tankers, maar ook op kleinere schepen, zeilschepen, cruiseschepen of rondvaartboten.
Je houdt het schip in goede staat. Je maakt schoon, smeert de machines, en als het nodig is, geef je het schip een likje verf. Je checkt of de motoren nog genoeg olie hebben. En wanneer er getankt moet worden. Soms doe je een kleine reparatie. Je overlegt met de schipper of kapitein.
Wat je precies doet, hangt af van waar je werkt. Op een sleepboot koppel je bijvoorbeeld boten. Op een vrachtschip werk je meer in de machinekamer. Het kan zijn dat je lang van huis bent.
Je helpt ook bij het besturen van het schip. Bijvoorbeeld aan- en afmeren. Trossen los!