Je werkt in de haven, op een kantoor of achter een balie. Daar check je alles wat er binnenkomt en weer verder vervoerd wordt. Bijvoorbeeld wat er aankomt per schip. Jij zoekt het scheepsbedrijf op, en checkt of alles goed geregeld is. Bijvoorbeeld of de belastingen betaald zijn, en of alle papieren kloppen.
Je maakt ook papieren in orde: bijvoorbeeld vrachtbrieven. Daarop staat wat er bezorgd wordt. Je hebt contact met de ontvanger en met de chauffeur die het gaat brengen. Aan hem/haar geef je de vrachtbrief. En je wijst diegene de weg in de haven.
De haven is heel internationaal. Je hebt te maken met schippers en chauffeurs uit allerlei landen. En met de douane. Je vindt het niet eng om Engels of andere vreemde talen te proberen. Als het moet, red je je met gebarentaal!