Je bekijkt de plannen van de aannemer of de klant. Dan weet je wat je moet gaan maken. Je rekent uit hoeveel stenen je nodig hebt en je plaatst rechtopstaande balken. Tussen deze balken komt een muurtje bijvoorbeeld. Op de balken zet je streepjes, zodat je weet waar de stenen precies moeten komen. Dan span je een draad tussen de twee balken. De draad moet kaarsrecht hangen, want je gebruikt hem om recht te metselen. Dan leg je de eerste stenen naast elkaar, smeer je er specie (een soort lijm) op en ‘plak’ je de volgende laag stenen erop. De specie moet nu drogen. Als de specie droog is, ga je voegen. Dat betekent dat je de gaten tussen de stenen opvult met extra specie.
Soms maak je bijzondere muren. Je versiert dan bijvoorbeeld de stenen of maakt mooie boogjes.