Je werkt in een fabriek. Jij zorgt dat de machines goed werken. Jij bestuurt de machines en je controleert of de machine doet wat hij moet doen. Is dat niet zo, dan stel je de machine anders in. En als er een storing is, dan ga je die oplossen. Aan het einde van je dienst maak je de machine schoon. Je wordt meestal aangestuurd door een operator B of C.