Je maakt bijvoorbeeld steunzolen voor mensen die niet goed kunnen lopen. Of je maakt protheses voor mensen die een lichaamsdeel missen, zoals een arm of een onderbeen. Een prothese is bijvoorbeeld een nep arm of een nep voet. Je hebt eerst een gesprek met de klant en met artsen. Je noteert de klachten en meet lichaamsdelen op. Nu maak je een plan. Je bedenkt wat je gaat maken en met welk materiaal. Je overlegt steeds met de klant en de artsen. Dan voer je het plan uit. Je maakt gipsafdrukken, slijpt materiaal op maat en zet de onderdelen in elkaar. De klant past het hulpmiddel. Eventueel pas jij nog enkele dingen aan, zodat het uiteindelijk perfect zit.