Kromme ruggen, stijve handen, een vergeetachtig brein: als je ouder wordt, krijg je vaak klachten. Jouw taak is om deze oudere mensen te helpen. Je helpt bij het douchen, aankleden, eten, schoonmaken en boodschappen doen. Wat de oudere zelf nog kan doen, laat je hem of haar nog doen. Je overlegt soms met een leidinggevende. Als er iets verandert in het leven van de oudere, praat je hier met collega’s over. Eventueel moet het zorgplan dan worden aangepast.
Jij let goed op. Als iemand bijvoorbeeld vergeetachtig wordt, moet je dit gelijk doorgeven aan je leidinggevende.