Je werkt vaak bij kleinere bedrijven die vloeren verkopen. Als een klant een vloer heeft gekocht, is het jouw taak die te leggen. Je komt dus bij mensen thuis. Maar ook in kantoren, restaurants en winkels. Want vloeren moeten overal worden gelegd.
Je krijgt een opdracht van je leidinggevende en legt de juiste spullen klaar. Dan ga je aan het werk. Eerst leg je een ondervloer. Daarop komt de vloer: dat kan een vloer van houten planken zijn, maar ook bijvoorbeeld laminaat of kurk.
Je meet het hout en zaagt het af, en daarna leg je de vloer erin. Soms met een bijzonder patroon in het hout. Je werkt de vloer netjes af, soms bijvoorbeeld met een laklaag. Je kan ook beschadigde vloeren herstellen.