Je werkt bij een groot bedrijf waar dingen met machines worden gemaakt. Denk aan een fabriek die dierenvoer maakt en verpakt. Het is jouw taak om te controleren of alles gaat zoals het moet gaan. Werken alle machines goed? Gaat het snel genoeg? Is de kwaliteit van de producten goed? Je checkt dit vooral via een computer die informatie geeft over de voortgang van productieprocessen. Je treedt op als er iets misgaat. Je stelt dan bijvoorbeeld machines anders in of je repareert kapotte onderdelen. Ook het oplossen van storingen en het aansturen van collega’s kunnen bij jouw takenpakket horen. Je overlegt veel met machineoperators en de technische dienst.