De reis is gepland voor vertrek, maar onderweg moet er ook nog van alles gebeuren. Dat regel jij, zodat de gasten zich nergens zorgen over hoeven te maken. Je regelt praktische zaken. Bijvoorbeeld de aanmelding in hotels, het reserveren van een restaurant of de afspraken met buschauffeurs. En je vertelt de reizigers wat er op het programma staat.
Bij problemen verzin jij een oplossing. Als er bijvoorbeeld iemand ziek wordt of gewond raakt, ben jij degene die meegaat naar het ziekenhuis. En als een museum onverwacht dicht is, zorg jij voor een ander programma.
Jij bent verder de vraagbaak voor je gasten. Als ze meer willen weten of een klacht hebben, komen ze naar jou. Soms is dat vervelend. Toch blijf je vriendelijk! Want jij zorgt voor een goede sfeer.