Je krijgt allerlei gevallen van patiënten die door een ziekte of ongeluk dingen niet meer kunnen. Dat kan van alles zijn: bijvoorbeeld iemand die vingers heeft verloren of iemand die herstelt van een operatie aan de heup. Daardoor kunnen ze dingen niet meer: bijvoorbeeld hun werk, koken, zelf eten of met de computer werken.
Je maakt bijvoorbeeld een rugleuning op maat, of een kunstarm. Dat heet een prothese. Je probeert samen met de patiënt of het werkt. Als dat nodig is, pas je het aan. Je werkt samen met artsen, fysiotherapeuten en andere behandelaars.
Je berekent de kosten, en je zorgt dat alles goed in de computer staat.