Je rijdt met een busje vol gereedschappen naar de plek waar een nieuwe riolering moet komen. Rioleringen zijn nodig om afvalwater weg te voeren. Je meet op waar de buizen precies moeten komen. Je graaft de grond weg met een machine (of dit doet een machinist) en plaatst de rioolbuizen op de juiste hoogte in de grond. Soms moet je de uiteindes van de buizen schoonborstelen en insmeren met zeep. De volgende buis schuift er dan makkelijk in. Hierna gooi je met een schep of de graafmachine zand of aarde op de buizen en maak je alles vlak. Bijvoorbeeld met een trilmachine.
Ook als er problemen zijn met de bestaande riolering, komen jij en je collega’s in actie. Jullie repareren de boel, verhelpen opstoppingen en/of vervangen onderdelen.