Voorbeelden van werkplekken zijn: hotels, vakantieparken, scholen, kantoren en ziekenhuizen. Je bekijkt de ruimtes en beslist wat er moet worden gedaan. Je houdt rekening met de vloersoort, zoals tegels, tapijt of hout. Dan pak je de benodigde spullen, zoals schoonmaakmiddelen en een kar. Je stofzuigt de vloeren en dweilt ze. Er blijft geen stofje meer liggen en alle vlekken verdwijnen! Soms breng je ook een beschermend product aan op de vloer. Dit beschermt tegen krassen of vuil. Vloeren gaan dan extra lang mee. Je geeft ook advies over de verzorging van de vloeren. Misschien geef je ook leiding aan collega’s.