Je maakt de instrumenten die worden gebruikt bij operaties schoon. Denk aan scalpels (messen), scharen en tangen. Of de instrumenten die een tandarts gebruikt. Je ontsmet de spullen en bekijkt of ze nog goed zijn. Als iets stuk is, zorg jij voor een nieuw instrument. Soms is het ook jouw taak om de voorraad in de gaten te houden. Als het nodig is, moet je nieuwe instrumenten bestellen. Na het schoonmaken en controleren leg je ze klaar voor de volgende operatie of behandeling. Je houdt je altijd aan de regels die voor het schoonmaken zijn opgesteld. Soms moet je ook leerlingen begeleiden.