Je bent bezig met het doorlopen van allerlei computerprogramma’s. Je zoekt naar fouten en veiligheidsrisico’s. Of je kijkt of het systeem gemakkelijk te gebruiken is.
Meestal werk je in een team. Wat je aan fouten tegenkomt, geef je door aan je leidinggevende. Dan kan in een overleg zijn, maar ook door het schrijven van een technisch rapport.
Het vaakst werk je als tester bij een bedrijf dat computerprogramma’s maakt en verkoopt. Maar je kan ook bij veel andere bedrijven terecht. Meestal hebben grotere bedrijven een speciale afdeling voor hun computers, programma’s en netwerken. Je kan bijvoorbeeld bij een bank werken, of bij een webwinkel.