Je werkt voor een transportbedrijf. Dat kan een bedrijf met vrachtwagens zijn, maar ook een haven of een spoorbedrijf. Jij zorgt dat de spullen die moeten worden vervoerd, op tijd aankomen. En dat het zo min mogelijk kost.
Je plant zo slim mogelijk. Je kijkt bijvoorbeeld of je verschillende opdrachten samen kan versturen. Je gebruikt computerprogramma’s om de handigste routes te vinden. En je probeert tol en files te vermijden. Dat scheelt tijd en geld.
Je krijgt opdrachten van klanten. Die willen spullen versturen. Vaak gaat het om grote hoeveelheden: bijvoorbeeld groente voor een supermarkt of materiaal voor bouwprojecten. Alle opdrachten hebben dus weer andere problemen waar je rekening mee moet houden.