Belangrijk is om eerst in de computer de ziektegeschiedenis van de patiënt te bekijken. Je stelt een verpleegplan op en gaat aan de slag. Je legt bijvoorbeeld een infuus aan, je dient medicijnen toe, je verschoont bedden en je geeft injecties. Ook ben je vaak bezig met het informeren en geruststellen van patiënten en hun familie. Verder houd je de zieke goed in de gaten en houd je in het systeem bij hoe het met hem of haar gaat.