Je zorgt ervoor dat onderdelen van gereedschappen en apparaten de juiste vorm krijgen (= verspanen). Dit doe je met handgereedschappen zoals hamers en mesjes, maar ook met CNC-machines. Dat zijn machines die bijvoorbeeld stukjes van materiaal kunnen afslijpen. Maar je doet meer. Je geeft klanten advies over de maakbaarheid van producten: kan dit product gemaakt worden of is het niet mogelijk? Ook stel je plannen op voor de productie van het product: hoeveel moeten er worden gemaakt? Hoe? Wanneer? Door wie? Tijdens de productie kijk je of alles goed gaat en stel je verbeteringen voor. Een andere belangrijke taak is het maken en testen van CNC-programma’s. Dit betekent dat je software programma’s voor de CNC-machines schrijft en checkt of de machines dan precies doen wat jij wilt.