Als de vis aankomt, kijk je eerst of die vers is. Als er iets mis is, meld je dat. Dan spoel je de vis schoon. Je haalt de binnenkant eruit en snijdt de kop eraf. Daarna haal je ook de schubben en de vinnen weg. Dan was je de vis nog eens goed, en laat hem uitlekken.
Je slaat de vis op in ijs. Je zorgt dat je de vis niet beschadigt. Vaak moet je de vis ook inpakken: dan let je op het gewicht van de vis. Zo komt in elk pakje dezelfde hoeveelheid.
Je houdt de spullen op orde. Je zorgt dat de messen scherp zijn en maakt je werkblad goed schoon.