Je let erop dat de producten op een mooie manier neergezet zijn. De schappen en rekken moeten vol zijn. En klanten moeten alles goed kunnen vinden.
Maar je zorgt ook voor de opmaak. Bijvoorbeeld voor aangeklede paspoppen. Het juiste licht. En je maakt creatieve voorbeelden van hoe spullen gebruikt kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan mooi gedekte tafels in een woonwinkel. Of aan een kersttafel in een tuincentrum. Zo krijgen klanten ideeën en willen ze de spullen kopen.
Je overlegt eerst wat je opdrachtgever of leidinggevende wil. Dat is natuurlijk steeds anders. Het hangt af van trends en mode. Daarna ga je bedenken wat je gaat doen. En wat het allemaal gaat kosten. Als je een plan hebt, overleg je of er nog iets anders moet. Daarna richt je de winkel in!