Je werkt bij een transportbedrijf. Eerst kijk je om wat voor goederen het gaat, hoeveel het is en waar het heen moet. Dan maak je een vervoersplanning. Je bepaalt hoe de goederen vervoerd gaan worden, wanneer en door wie. Je houdt hierbij steeds rekening met de wet- en regelgeving. Zo mogen vrachtwagens bijvoorbeeld niet te zwaar beladen worden en mogen chemische producten niet samen met voedingsmiddelen worden vervoerd. En voor het vervoer van gevaarlijke stoffen moet je een chauffeur inplannen die een speciaal certificaat heeft. Als een vracht vertraagd is, probeer je dit probleem op te lossen. Je hebt veel contact met klanten, leveranciers en chauffeurs. Ook regel je meestal de noodzakelijke papieren. Je rapporteert steeds aan je manager.
Het is belangrijk dat je goed tegen stress kunt. Meestal moet je snel veel regelen. En je moet altijd goed bedenken hoe je goederen zo goedkoop mogelijk kunt vervoeren. Je bent dus prijsbewust.