Robbert als klauwverzorger
Ik werk bij een bedrijf dat een soort agrarische uitzendorganisatie is. Het bedrijf is een samenwerking van agrariërs, waar zij lid van zijn. Agrariërs kunnen een beroep op ons doen bij ziekte of vakantie. Dan kan hun bedrijf gewoon doordraaien dankzij ons. Er werken bij ons mensen met allerlei specialismes, mijn specialisme is klauwverzorger.
Ik kom elke dag bij een ander melkveebedrijf om daar de koeienpoten te ‘bekappen’. Soms is er maar één koe, soms zijn het er wel driehonderd. Meestal doen we in de ochtend een grote kudde. ‘s Middags doen we dan de koeien die extra zorg nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze kreupel zijn. Soms werk ik samen met een collega maar je doet ook veel alleen.
Eerst werkte ik als melker. Een keer was daar een klauwverzorger, die vroeg of dat werk niet wat voor mij zou zijn. Ik heb daar even over nagedacht, maar kwam al snel tot de conclusie dat het me heel mooi werk leek. Dat is het ook gebleken! Ik vind het fijn dat je zelf je dag kan indelen: wat doe je wanneer? Ook de afwisseling tussen lekker in je eentje, maar ook soms ook samen werken vind ik heel fijn.
Als de veehouder tevreden is en je de koeien er echt van ziet opknappen!
Het is soms een heel gepuzzel om een strakke planning te maken, zodat je op tijd overal bent. Dat kan ook leiden tot vervelende situaties. Bijvoorbeeld: je hebt om 5 uur en afspraak staan om te melken, maar je bent al om half 4 klaar met bekappen van de koeienpoten. Dan is het niet de moeite om naar huis te rijden, maar je kan verder ook niet zo veel, dus dan zit ik maar te wachten. Andersom is het ook lastig als je moet melken maar het bekapwerk is nog niet klaar.
Een beetje eigenwijs, rustig in de omgang met het vee en communicatief sterk voor het samenwerken met veehouder of collega’s. Technisch inzicht is ook vrij belangrijk.
De grootste misvatting is naar mijn mening dat iedereen dit zou kunnen. Ze vergeten dat als je dit niet goed doet, je heel veel schade kan aanrichten. Ook weet men niet hoeveel tijd je kwijt bent aan onderhoud: het slijpen van de messen of de slijptol die kapot is. Ook de klauwbekapbox (een constructie waarin de koe staat tijdens het bekappen) vraagt onderhoud. Dan moet je zorgen dat onderdelen op tijd worden vervangen of gerepareerd. Dat hoort er allemaal bij!
Ook een groot vooroordeel is dat het lichamelijk heel zwaar werk is. Daarmee bedoel ik natuurlijk ook weer niet dat het een kantoorbaan is ofzo, maar de koeienpoten worden bijvoorbeeld wel altijd hydraulisch opgetild. Dus lichamelijk valt het werk allemaal wel mee. De koe in de box krijgen is soms wel even een beetje gedoe.
Er is vakliteratuur om te lezen en er zijn bijscholingsdagen. Maar ook belangrijk is dat je het gewoon veel moet blijven doen.
Nóg verder specialiseren kan alleen als je de opleiding tot veearts zou volgen. Dan kun je bijvoorbeeld dieper of verder hoorn wegsnijden, of een tyloom (een pijnlijke aandoening aan de klauwen) verwijderen.
Ik ben ervan overtuigd dat er dan nog steeds heel veel werk is op dit gebied. Het grootste probleem wordt om nieuwe mensen te vinden dit het werk gaan doen! Er komt een groot tekort, omdat de meeste klauwverzorgers al op leeftijd zijn.
Het is een prachtig vak! Je ziet telkens weer het resultaat van je werk terug, omdat je vaak je eigen groep klanten hebt. Dan kom je bijvoorbeeld bij een klant die een kreupele koe heeft. Je haalt je mes op de juiste plek over de klauw, waardoor de koe direct ontlast is en gelijk weer beter loopt. Wat is er nou mooier dan dat?