Jacqueline als melker
Wij hebben een eigen veehouderij met koeien. Maar ik werk ook nog in de zorg, en ik melk regelmatig de koeien van de achterbuurman.
Ik zal vertellen over mijn ‘melkwerk’. Meestal doe ik dat in de ochtend. Om half zes ga ik richting de boerderij van de buurman. Daar zet ik alles klaar voor het melken. Ik sluit de pijpleiding aan op de melktank, pak doekjes voor de uiers en zet de hekken goed, zodat de koeien niet ontsnappen. In de winter zet ik ook voer klaar.
Daarna haal ik de koeien op uit het weiland en sluit ze op in de wachtruimte achter de melkput. Vervolgens zet ik de melkmachine aan, gaan de hekken open en komen de eerste acht koeien binnen. Ik maak de uiers schoon en controleer of ze geen ontstekingen of andere problemen hebben. Ik trek met mijn vingers wat melk uit de spenen om te checken of de melk goed is. Ik sluit het melkstel aan op de spenen van de koe, waarna de melkmachine zijn werk doet. Als de melk uit het uier is, haal ik het melkstel weer onder de koe vandaan. Als het melken klaar is, begint het schoonmaken. Ik spoel de leidingen door, reinig de melkstellen en spuit de vloer schoon.
Na het melken ga ik de kalfjes voeren en hun hok verschonen. De koeien zijn na het melken zelf naar de wei gelopen. Ik controleer dan nog even of ze er allemaal zijn en er geen een in de sloot terecht is gekomen. Na zo’n 2,5 tot 3 uur ben ik klaar en ga ik weer naar mijn eigen boerderij. Daar is ook genoeg te doen!
Ik ben getrouwd met een boer. Bij de achterbuurman ben ik terecht gekomen doordat hij ook veel voor ons deed. Hij molk bijvoorbeeld de koeien als wij een weekend weg waren. We helpen elkaar!
De afwisseling; geen dag is hetzelfde. Het is fijn om alle dagen met dieren in de weer te zijn. Ze hebben allemaal een ander karakter.
Het blijft vervelend als er dieren ziek worden. Soms moet je ze in laten slapen. Ook is het niet altijd fijn om vroeg op te staan. Vooral niet in de winter, als het regent en sneeuwt!
Je moet vroeg op kunnen staan en zelfstandig, nuchter en oplossingsgericht zijn. Je staat in je eentje in de melkput, dus als er iets aan de hand is, moet je rustig blijven en zelf een oplossing bedenken. Een portie humor is ook belangrijk; je moet erom kunnen lachen als je per ongeluk de hekken niet goed dicht hebt gedaan en de koeien doorlopen zonder te zijn gemolken. Dat gebeurt weleens…
Het is meer werk dan je denkt. Het checken van de koeien in de stal neemt bijvoorbeeld veel tijd in beslag. We moeten continu controleren of alles goed met ze gaat. Veel mensen denken trouwens dat boeren niet goed voor hun koeien zorgen, maar dat is dus echt niet waar! Ook zijn wij meer met het milieu bezig dan mensen denken. Als het een tijd niet regent, groeit het gras niet en hebben we minder voer voor de dieren. Dat heeft invloed op de bedrijfsvoering.
Verder wordt nog wel eens gedacht dat boeren lomp zijn. Maar dat valt hartstikke mee. De meeste boeren zijn open en laten je graag zien wat ze doen.
Ik geloof niet dat er echt cursussen zijn voor het melken. Je leert het gewoon door het te doen en mee te kijken met anderen.
Het melken zal steeds meer door robots worden gedaan. Maar een melker blijft toch altijd nodig, bijvoorbeeld als een boer uitvalt door een gebroken been.
Doen! Maar alleen als het je echt wat lijkt. Je moet geen dingen doen die je niet leuk vindt. Ik werk niet fulltime als melker, maar dit is zeker wel mogelijk. Er is een boterham mee te verdienen!