Maartje als meubelstoffeerder
Ik heb mijn eigen meubelstoffeerderij. Ik geef oude of versleten meubelen een nieuw en moderner stofje.
Omdat ik eigen baas ben, is mijn werk erg veelzijdig. Natuurlijk ben ik vooral bezig met meubels stofferen. Maar ik doe ook mijn eigen sociale media, website, klantcontact en administratie.
Eerst deed ik de opleiding tot interieuradviseur. Daar kregen we meubelstofferen als keuzevak en dat vond ik toen eigenlijk leuker. Ik heb er daarom voor gekozen ook díe opleiding te volgen en zo had ik na vier jaar twee diploma’s.
Omdat veel meubelstoffeerders zelfstandig werken en ik uit een ondernemersfamilie kom, besloot ik om ook mijn eigen bedrijf te starten.
Het leukste vind ik het verschil tussen voor en na. Soms komen er echt hele oude en versleten meubelen binnen, en die gaan dan weer zo goed als nieuw en schoon naar buiten. Vaak ook nog met een toffe kleur en dat is helemaal mooi! Ik krijg een grote glimlach op mijn gezicht als klanten duidelijk enthousiast zijn over het eindresultaat.
De druk die er soms bij komt kijken vind ik het minst prettig. Sommige klanten willen graag dat het zo snel mogelijk klaar is. Dat is logisch, maar alles aan dit vak is handarbeid. Van slopen tot opbouwen tot stofferen; alles neemt nou eenmaal tijd in beslag. Geduldige klanten worden vaak beloond met de mooiste resultaten.
Je moet een doener zijn en een creatieve doorzetter. Je moet een beetje kunnen klussen en naaien. Denken in oplossingen en netjes kunnen werken zijn ook belangrijk bij dit beroep.
De meeste mensen denken dat je een meubel heel snel stoffeert. Ze snappen dan niet waarom de prijs (soms) zo hoog is. Ze zeggen dan: “Het is toch alleen maar een stofje eromheen gooien?” Dat is best frustrerend, want dit werk kost veel tijd. Eerst moet de oude stof eraf (élk nietje moet je eruit halen, met de hand!). Daarna moet de binnenvulling hersteld of vervangen worden. Dan komt de nieuwe stof er pas omheen. De nieuwe stof heeft soms ook naadjes, plooien, sierranden of stiksels die je netjes moet maken. Al met al een behoorlijke klus!
Je kunt er nog een opleiding voor meubelmaker bij doen. Dan kan je een meubelstuk ontwerpen, maken én stofferen. Je kunt dan je eigen producten gaan verkopen in plaats van in opdracht te werken. Ook kun je workshops gaan geven. Verder kun je je specialiseren in een bepaald soort meubelen, zoals klassieke of moderne.
Ik denk (en hoop) dat dingen hergebruiken steeds belangrijker wordt. Mensen zullen er vaker voor kiezen om meubelen te laten opknappen of repareren in plaats van nieuwe te kopen. Dat is beter voor het milieu en vaak ook voor je portemonnee.
Verder is het tegenwoordig populair om dingen op maat te laten maken. Met stofferen kan dat makkelijk: je kunt alles naar wens maken en op maat!
Toen ik op het vmbo zat, wist ik totaal niet wat voor werk ik wilde doen. Ik koos iets wat me leuk leek. En ik denk nog steeds dat dat het belangrijkste is: dat je doet wat je leuk vindt. Je werkt namelijk bijna iedere dag!
Over meubelstofferen: het is een echt ambacht. Het is dus uitstekend voor echte doeners en creatievelingen. Maar je moet niet vies zijn van stof en vuil, want uit oude stoelen kan best veel rotzooi komen!
Kijk ook of je het leuk lijkt om elke keer ‘het wiel opnieuw uit te vinden’. Hiermee bedoel ik dat elke stoel anders is en je dus steeds opnieuw moet bedenken hoe je het gaat aanpakken. Lijkt dit je niet zo leuk, dan is werken bij een bedrijf of meubelmerk dat nieuwe producten maakt misschien leuker voor je.