AMFI - Amsterdam Fashion Institute

Als tiener was Sami Gobind al bezig met het upcyclen van kleding. Hij wilde modeontwerper worden, dacht hij. Tot hij op AMFI meer leerde over het hele proces achter een kledingstuk. Dat veranderde zijn blik op de modewereld. Juist die verschillende schakels en hoe die zijn verbonden, vindt Sami interessant. Daar gaat de richting Management over.

De complete modeketen

“In het eerste jaar op AMFI ontdekte ik de businesskant van mode”, vertelt Sami. “Vragen die aan bod kwamen waren: ‘hoe kies je een doelgroep?’ en ‘hoe zorg je dat ontwerpen financieel haalbaar zijn?’ Mode draait niet alleen om mooie kleding, maar ook om uitzoeken voor wie je iets maakt en hoe je het gaat verkopen. Die complete keten wilde ik begrijpen, daarom koos ik voor de richting Fashion & Management. Daarin komt alles wat ik leuk vind aan bod: marktonderzoek, ontwerp, product development en marketing.”

Van onderzoek naar businessplan

AMFI-studenten werken veel aan groepsopdrachten. Sami neemt daarin meestal de leiding. “Hierdoor heb ik geleerd om duidelijk te communiceren over de verwachtingen en de kwaliteiten van iedereen uit de groep goed te benutten. Dan kan iedereen floreren.” Studenten worden gestimuleerd om out of the box te denken. Sami: “Voor een bekend luxemerk heb ik met mijn team een manier bedacht om tweedehands kleding te verkopen. We begonnen met een onderzoek en op basis van de resultaten schreven we een businessplan. Zo kwamen we op het idee om met oude stoffen de bestaande items te repareren en waarde toe te voegen aan ieder product. Duurzaam en vernieuwend, zodat het merk een nieuwe doelgroep aan zou spreken.”

Leren plannen en blijven experimenteren

“Voordat ik aan AMFI ging studeren was plannen nooit mijn sterkste kant. Nu kan ik mijn tijd veel beter indelen en sta ik vroeg op om ‘s ochtends al wat dingen voor te bereiden, in plaats van ’s avonds door te werken. Zo hou ik meer energie over”, zegt Sami. Daarnaast heeft hij geleerd om uit zijn comfortzone te stappen. “Mijn advies voor toekomstige studenten zou zijn: sta open voor groei en wees niet bang om te experimenteren, ook met dingen waar je minder goed in bent. Probeer verschillende manieren van werken en geniet van de tijd hier, want het gaat snel. Voor mij voelt AMFI al lang niet meer als school – het is een plek waar ik bezig ben met wat ik écht leuk vind.”

Uitstippelen eigen programma

Tijdens de opleiding word je begeleid door je mentor. Samen kijk je waar je interesses liggen. Ook bedenk je hoe je het flexibele programma zo kunt inrichten dat je na je afstuderen aan de slag kunt in het werkveld dat bij je past. Sami: “Door met mijn mentor te praten over mogelijke beroepen, heb ik nu scherp voor ogen wat ik wil en welke route daar naartoe loopt. Geïnspireerd door mijn tante die een succesvol bedrijf in de mode heeft, zie ik mezelf wel als creatief directeur van een eigen kledingmerk. De richting Management sluit mooi aan bij mijn toekomstvisie.”

Tijdens de richting Management leerde Babette Holt hoe ze haar creatieve en haar commerciële kant kan combineren. Nu staat ze samen met haar ouders aan het roer van kledingzaak Holzhaus, dat sinds 1932 een begrip is in Haarlem. Met haar komst waait er een frisse wind door het familiebedrijf.

Alle opties open

Babette: “Toen ik op de middelbare school zat, stimuleerden mijn ouders me om veel open dagen te bezoeken en me breed te oriënteren. Bij AMFI voelde ik me gelijk op m’n plek. Het was vernieuwend en bruisend.”

Een groep gelijkgestemden

Het feit dat er een numerus fixus gold, schrok Babette niet af. In tegendeel zelfs. Babette: “Door zo’n strenge selectie weet je zeker dat je met een groep zeer gemotiveerde mensen aan de opleiding begint. En dat was ook zo. Het klikte gelijk goed met mijn medestudenten. Dat was fijn, want in het eerste jaar volg je allemaal hetzelfde programma en werk je heel intensief samen.”

Creatief én cijfermatig

Op basis van de mogelijke beroepen in de mode-industrie koos Babette voor de richting Fashion & Management. “Bij deze richting ligt de nadruk zowel op creativiteit, als op het onderbouwen van keuzes met cijfers. Doordat je veel research doet en analyseert, ontwikkel je een kritische blik. Ontwerpers kunnen prachtige dingen maken, die brand managers vervolgens goed in de markt zetten. Maar het zijn vaak de managers die bij grote bedrijven de commercialiteit bewaken. Dat vind ik persoonlijk het belangrijkste”, aldus Babette.

Pionieren met 3D

Tijdens de specialisatie 3D Virtual Prototyping ontwikkelde Babette haar technische skills. “Dat kwam vervolgens van pas tijdens mijn stages. Bij Scotch & Soda heb ik samen met de voormalig manager van het productieteam een 3D-afdeling opgezet. We trainden de productie- en designteams in het gebruik van technische software en onderhielden contact met fabrikanten. Het was echt pionieren, zo leerzaam en leuk. Na mijn afstuderen ben ik nog een tijdje blijven plakken.”

Altijd in beweging

Naast haar studie bleef Babette altijd in de winkel van haar ouders werken. Toen ze voelde dat ze ook voor zichzelf aan de slag wilde, was het logisch om in het familiebedrijf te stappen. Babette: “Nu werk ik samen met mijn ouders aan de verdere ontwikkeling van Holzhaus. Zij doen langzaam een stapje terug en ik neem steeds meer verantwoordelijkheid op me. Zo focus ik meer op onze online aanwezigheid, en worden onderwerpen als duurzaamheid en digitalisering steeds belangrijker in ons bedrijf.”

Droombaan

Terugkijkend is Babette blij met hoe het is gelopen. “Mijn ouders hebben me nooit gepusht om de winkel over te nemen. Zo heb ik zelf kunnen uitzoeken waar mijn passie ligt. Ik wist al vroeg dat ik de modewereld in wilde, maar de industrie kent zoveel rollen. Door me tijdens AMFI te verdiepen in alle opties, kon ik het pad richting mijn droombaan uitstippelen.”

Toen Jeanet een documentaire zag over de impact van de kledingindustrie op het milieu, wist ze dat ze iets wilde doen op het gebied van mode en duurzaamheid. AMFI was voor haar dé opleiding. Ze koos voor de richting Fashion & Management en werkt nu als Sectorlead Textile & Apparel bij de internationale non-profitorganisatie GS1. In deze rol helpt ze bedrijven onder andere met het verduurzamen van hun productieketen. Een droom die uitkomt.

Steeds iets nieuws leren

Het eerste jaar op het AMFI was voor Jeanet een sprong in het diepe. “Ik kreeg al heel snel bevestigd dat ik voor de juiste opleiding had gekozen. Ik leerde zoveel nieuwe dingen: van naaien en een brand book maken, tot visueel denken. Nog altijd heb ik profijt van het doorzettingsvermogen dat ik toen heb ontwikkeld. De werkdruk was hoog, maar ik genoot van alles wat ik deed.”

Iets doen waar je achter staat

Hoewel Jeanet in het begin nog niet precies wist wat ze wilde worden, had ze één ding helder: ze wilde bijdragen aan een duurzamere toekomst. “In de eerste twee jaar van AMFI was het niet helder welke banen er in de duurzame hoek bij mij zouden passen, maar ik wist dat er in de textielindustrie genoeg te verbeteren viel. Ik wilde iets doen waar ik echt achter stond. De richting Fashion & Management gaf me de ruimte om dat verder uit te zoeken. Bij AMFI leer je een vak; mode. Maar ook algemene management skills die je gelijk kunt toepassen op het werkvlak. Gaandeweg vielen alle puzzelstukjes op hun plek.”

Een duurzame collectie maken

Iets dat Jeanet altijd zal bijblijven is het project iNDiViDUALS, waarbij studenten van de drie verschillende afstudeerrichtingen samen werken aan een modecollectie. Als CSR-manager hield zij in de gaten dat de collectie duurzaam én circulair was. Jeanet: “Door mijn rol zag ik heel goed de verbinding tussen de studenten van Management, Design en Branding. Het was alsof we samen een echt modebedrijf runden. Het resultaat was een volledig duurzame collectie die we hebben gepresenteerd tijdens een live fashionshow. Als verrassing hadden we daarnaast een expositie ingericht om de productieketen te laten zien. Heel tof om zoveel vrijheid te krijgen en iets moois neer te zetten.”

De grens over

In haar derde jaar besloot Jeanet de uitdaging buiten Nederland op te zoeken. Ze volgde een minor in Mönchengladbach in Duitsland en specialiseerde zich in technische textielkennis en duurzaamheid. “Ik wilde graag naar het buitenland vanwege het uitgebreide vakkenaanbod aan Hochschule Niederrhein. Het heeft me echt gevormd. Na dit half jaar had ik meer technische textielkennis en inhoudelijk duurzame vakken gevolgd. De kennis die ik had opgedaan, kon ik meteen toepassen in de praktijk.”

Impact maken in de praktijk

Jeanet liep direct na thuiskomst stage bij een bedrijf dat werkkleding maakt voor onder andere overheden, zoals defensie. Daar werkte ze aan een rebranding dat een circulair merk werd, introduceerde ze een refurbishmentprogramma en werkte ze aan het verbeteren van de sociale kant in de productieketen. “Daarnaast zette ik met een team binnen het bedrijf het eerste Digitaal Product Paspoort (DPP) van Nederland op, een paspoort met informatie over de herkomst van de grondstoffen die zijn gebruikt, certificaten en de mate waarin de materialen opnieuw te gebruiken zijn. Zo kreeg ik de kans om direct aan de slag te gaan met duurzame innovaties.”

Reizen voor werk

Jeanet werkt inmiddels als sectormanager bij de internationale non-profitorganisatie GS1. Ze ondersteunt textielbedrijven bij het voorbereiden op nieuwe wetgeving rond het DPP. Ook reist ze de wereld over om met stakeholders samen te werken. “Onlangs heb ik een aantal fabrieken in Pakistan bezocht en dat gecombineerd met een paar weken reizen door het land. Dat ik me nu in mag zetten voor een duurzamere modeketen, is een droom die uitkomt. Het is mijn drijfveer om impact te maken in deze sector.”

“Ik wist dat ik na de middelbare school iets creatiefs wilde doen,” vertelt Ann Leurink. “Maar ik wilde ook mijn analytische skills ontwikkelen. Bij AMFI vond ik wat ik zocht: een opleiding met een creatieve én een commerciële kant.” Nu werkt Ann als contentstrateeg bij social-marketingbureau GoSpooky en richt ze zich op maatschappelijke en sociale trends.
Het eerste jaar aan AMFI was pittig. Ann: “Ik was jong en had torenhoge verwachtingen van mezelf. Tegelijkertijd was het een geweldige ervaring: ik woonde eindelijk in Amsterdam, leerde allemaal bijzondere mensen kennen en werkte met mijn medestudenten aan toffe projecten.”

Een inspirerend gastcollege

Ann koos voor de richting Fashion & Branding vanwege haar interesse in menselijk gedrag en hoe mensen zich tot merken verhouden. Tijdens haar tweede jaar aan AMFI vond ze echt haar draai. Ze vroeg vaker om feedback en leerde van docenten hoe ze met een andere blik naar dingen kon kijken. Maar ook de gastcolleges waren vormend. “Ik herinner me een gastspreker, een mode-antropoloog, die vertelde over de relatie tussen mode en identiteit en cultuur. Dat was voor mij een eye-opener: ik kon mijn fascinatie voor cultuur en menselijk gedrag koppelen aan creativiteit en merkontwikkeling. Vanaf dat moment wist ik welke kant ik op wilde.”

Cultural insights en merkstrategie

Ann vond een stage die perfect aansloot bij wat ze tot dan toe had geleerd. Bij reclamebureau Fitzroy dook ze in de wereld van ‘cultural insights’ en merkstrategie. “Ik hield maatschappelijke verschuivingen in de gaten en onderzocht wat die betekenden voor merken. Wat gebeurt er online? Wat speelt er op festivals of in de industrie? Hoe vertaalt dat zich naar strategische keuzes? Ik werd direct in het diepe gegooid, maar zo heb ik ontzettend veel geleerd.”

Niet voor maar mét de community spreken

Na haar stage en een minor Cultural Diversity aan de Willem de Kooning Academie begon Ann met frisse energie aan haar laatste jaar. Haar afstudeerproject, geïnspireerd door streetwearmerken die diep in hun community geworteld zijn, ging over interactieve merkstrategie en community engagement. “Ik geloof niet in een traditionele zender-ontvanger propositie, waarbij een merk alleen maar informatie zendt naar de doelgroep. Als een merk relevant wil zijn voor onze generatie, moet het niet vóór maar mét de community spreken. Het was een intens traject waarin ik enorm veel zelf moest uitzoeken, maar het heeft me ook verder gevormd.”

Relevantie creëren in een dynamische wereld

Ann ging na AMFI opnieuw aan de slag bij Fitzroy en werkt inmiddels als contentstrateeg bij GoSpooky, waar ze betrokken is bij merken als HEMA en Andrélon. “Hier ben ik echt op mijn plek. Ik breng mijn strategische achtergrond samen met een snelle en dynamische digitale wereld. We doen hier niet alleen de socials van merken, maar werken ook aan social-led campagnes, gaming en digitale activaties.” Iedere week verzorgt Ann een trendpresentatie voor het team en klanten. “Ik kijk altijd naar maatschappelijke en sociale verschuivingen: welke trends zie ik om me heen en hoe kunnen merken binnen die context relevant blijven?”

De toekomst: strategie met een artistieke visie

In de toekomst wil Ann zich verder ontwikkelen binnen luxury brands en zich nog meer verdiepen in strategie en marketing. “Het lijkt me geweldig om merken niet alleen commercieel sterker te maken, maar ze ook vanuit een artistieke en conceptuele visie te helpen groeien.” Haar advies aan studenten die ook deze richting op willen? “Zorg dat je het ook leuk hebt! Mijn beste ideeën kwamen toen ik me comfortabel voelde en samenwerkte met anderen. Laat perfectionisme los en sta open voor nieuwe inzichten.”

Toen Franchesca Thomas nog op Aruba woonde, wilde ze al iets met mode doen. De mogelijkheden op het eiland waren alleen beperkt, dus emigreerde ze naar Nederland om een opleiding te volgen. Spannend, maar deze stap pakte goed uit. Nu doet ze de richting Fashion & Management aan AMFI en voelt ze zich helemaal thuis.

Wennen aan Nederland

Net gesetteld in Nederland, begon Franchesca met een mbo-modeopleiding in Hilversum. “Ik had heimwee, maar heb toch doorgezet. Langzaam begon ik te wennen aan het leven hier en ik ontwikkelde een goede basiskennis over mode,” aldus Franchesca. “Na twee jaar was ik toe aan meer uitdaging en ook al kende ik Amsterdam nauwelijks, ik schreef me in bij AMFI op aanraden van een studiegenoot. Ik kwam door de selectie en waagde de sprong.”

Brede interesses

Tijdens het eerste jaar aan AMFI leerde ze alle facetten van de mode-industrie kennen; van design tot business development. Franchesca: “Juist de combinatie van theoretische en praktische vakken sprak me aan. Marktonderzoek doen, analyses uitvoeren, maar ook technisch tekenen. Ik ben iemand die zich niet wil specialiseren in één ding, maar heel veel interesses heeft. De richting Fashion & Management is heel breed, dus dat sloot goed aan.”

Samenwerken en de balans bewaken

Binnen AMFI is er veel aandacht voor groepsprojecten. Franchesca: “Door steeds in andere teams te werken, heb ik ook veel over mezelf geleerd. Ik weet waar ik stress van krijg en hoe ik mijn grenzen moet aangeven.” Franchesca brengt veel tijd door in de boksschool. “Natuurlijk moet ik richting een deadline wel eens doorwerken, maar een goede balans is belangrijk. Ik sport veel en neem geregeld een dag vrij. Voldoende rust nemen is een terugkerend thema binnen de opleiding. Daar herinneren de studenten elkaar ook aan.”

Op haar plek

Franchesca heeft haar draai helemaal gevonden op school. “Er heerst een open sfeer en docenten zijn heel betrokken. Als ik vragen heb, kan ik altijd bij iemand terecht”, aldus Franchesca. “Juist bij de facultatieve colleges leer je veel verrassende dingen, dus ik zorg dat ik er altijd ben. Daardoor voel ik me ook zo thuis op school. Het is hier heel gezellig.”

Van idee tot verkoop

Franchesca: “Met de richting Fashion & Management kan ik creatief bezig zijn én leer ik alles over de modeketen. En er is voldoende ruimte om te specialiseren. Zo leer ik nu hoe ik 3D-technologie kan toepassen om digitale kleding te ontwerpen. Zo interessant!” Ze overweegt om hierna een master in Italië te doen om zich verder te ontwikkelen op het gebied van mode en management. Franchesca: “Uiteindelijk zie ik mezelf aan de slag gaan als productmanager. Dan ben ik betrokken bij het hele modeproces, van idee tot verkoop van kledingitems. Ik ben graag de schakel tussen al die onderdelen.”