Je leert hoe je versproducten kunt maken. Bijvoorbeeld vis, vlees, brood of groenten. Je leert hoe je ze bereidt en hoe je er maaltijden mee maakt. Ook leer je hoe je het voedsel mooi neerlegt in de winkel. En hoe je klanten helpt en adviseert. Je krijgt ook les in het bewaren van de producten en het controleren van de kwaliteit en houdbaarheid. Je kunt natuurlijk geen rot vlees gaan verkopen! De machines en het onderhoud daarvan komen ook voorbij.