Je leert hoe je drukwerk netjes afwerkt. Een boek is namelijk nog niet klaar als alle pagina’s de printer uit zijn gerold. Er hoort een omslag omheen, en jij leert hoe je dat netjes doet. Dat heet brocheren. Dat kan bijvoorbeeld ook bij een handleiding: jij zorgt dat er een ringband doorheen gaat. Andere technieken waarmee je kennismaakt zijn plastificeren, snijden en vouwen. Je leert te werken met verschillende machines. Belangrijk is dat je goed leert samenwerken met de drukkers. Bovendien oefen je met het oplossen van eenvoudige technische problemen.