Je leert hoe je kinderen verzorgt en opvoedt. Kinderen aankleden, eten geven, helpen bij het plassen, met ze spelen: je gaat het allemaal oefenen. Ook is er aandacht voor het bedenken van leuke activiteiten die passen bij de leeftijd van de kinderen. Denk aan liedjes zingen, dansen, voorlezen en knutselen. Verder oefen je met gesprekken voeren met de ouders of verzorgers van het kind: hoe gaat het met het kind? Ook krijg je les in het maken van een begeleidingsplan. Want elk kind is anders en elk kind heeft dus een persoonlijk plan nodig.