Je leert over het onderhouden van (grote) elektrotechnische installaties en instrumenten. Denk aan meet- en regelapparatuur of besturingsapparatuur. Je leert metingen uit te voeren om (ingewikkelde) problemen op te sporen. Natuurlijk oefen je met het repareren of vervangen van kapotte onderdelen. Voorbeelden zijn de bedrading herstellen, onderdelen opnieuw afstellen of de software vervangen. Werktekeningen en storingsrapporten lezen leer je ook. Verder werk je aan je leidinggevende vaardigheden: je stuurt collega’s aan en controleert hun werk. Plus je werkt aan je communicatieve vaardigheden. Jij bent namelijk ook degene die met de opdrachtgever overlegt wat er moet gebeuren.