Je leert hoe machines en installaties in fabrieken werken. Je krijgt les in natuurkunde en scheikunde, maar ook in elektrotechniek. Je leert welke soorten machines er zijn en hoe ze werken. Tijdens je opleiding leer je de machines bedienen en onderhouden. Bijvoorbeeld onderdelen smeren, onderdelen vervangen of schoonmaken. Je oefent met het testen van machines, met speciale meetapparatuur. Je leert hoe je storingen vindt en hoe je ze oplost. En je leert hoe je collega’s aanstuurt en leiding geeft aan een team.