Je leert om met machines die producten maken te werken. Denk bijvoorbeeld aan een lopende band. Jij leert hoe deze machines werken en hoe je ze bedient. Je oefent met het afstellen van de machines en het verhelpen van kleine problemen. Ook leer je om de kwaliteit van de producten te controleren. Je leert monsters nemen en eventuele afwijkingen door te geven aan je leidinggevende. Bovendien oefen je met het onderhouden van de machines. Veilig werken en samenwerken komen ook aan bod.