Je leert hoe je dieren zoals koeien kunstmatig drachtig kunt maken. Je leert over de voortplanting van dieren. Je leert hoe je een eicel of embryo voorzichtig uit een dier haalt, selecteert, bewaart en terugplaatst. Je oefent met het doen van vruchtbaarheidsonderzoeken en het adviseren van de boer, bijvoorbeeld over het voer.